Hoe het LinkedIn-algoritme werkt (update 2025)

11:49, 26 Aug 2025

Abstract Object

Het feed-algoritme van LinkedIn is aanzienlijk geëvolueerd, en veel marketeers en recruiters hebben gemerkt dat hun berichten moeite hebben om tractie te krijgen. Als jouw LinkedIn-engagement is gedaald, ben je niet de enige; het LinkedIn 2025-algoritme is veranderd om generieke content weg te stoppen en meer relevante, deskundige posts te belonen. In tegenstelling tot sociale platforms die gedijen op viraliteit, richt het algoritme van LinkedIn zich op het tonen van professioneel relevante content (geen virale memes) om gebruikers geïnformeerd en betrokken te houden.

Met meer dan 1 miljard leden en miljarden berichten die dagelijks worden verwerkt, zorgt LinkedIn’s AI-gestuurde algoritme ervoor dat elke feed wordt samengesteld zodat gebruikers content zien die ertoe doet voor hun carrière. Dit houdt gebruikers langer actief op het platform (een belangrijk doel voor LinkedIn’s bedrijfsmodel) en maakt betrokken content creators onmisbaar.

Voor marketeers en recruiters is het begrijpen van dit algoritme cruciaal. LinkedIn genereert immers 40% van hoogwaardige B2B-leads en blijft het belangrijkste sociale platform voor 85% van de B2B-marketeers.

Hieronder leggen we uit hoe het LinkedIn-algoritme in 2025 berichten rangschikt, welke content het verkiest en hoe je je posts kunt optimaliseren voor maximaal bereik, inclusief een handige checklist voor je volgende update.

Wat is het LinkedIn-algoritme precies?

In de kern is het LinkedIn-algoritme een aanbevelingssysteem dat bepaalt welke berichten verschijnen in de nieuwsfeed van iedere gebruiker. De taak van het algoritme is om content te filteren en rangschikken, zodat elke feed gevuld is met berichten die interessant en relevant zijn voor die gebruiker. Met andere woorden: LinkedIn probeert je berichten te laten zien van mensen en over onderwerpen waar je waarschijnlijk om geeft, in plaats van simpelweg de nieuwste of de meest gelikete posts.

Deze focus op relevantie is de reden dat jouw LinkedIn-feed je een inzichtvolle post van twee weken geleden kan tonen die aansluit bij je interesses, in plaats van een willekeurige virale post van gisteren. LinkedIn zegt zelfs expliciet dat het platform “niet ontworpen is voor viraliteit” – het gaat om het delen van kennis en updates met mensen die ze nuttig vinden. Uiteindelijk wil het algoritme gebruikers langer betrokken houden (wat leidt tot meer advertentie-inkomsten voor het platform) door content te tonen die waarde biedt. Voor professionals betekent dit dat kwaliteit en authenticiteit het winnen van clickbait op LinkedIn.

Hoe het LinkedIn-feedalgoritme werkt

LinkedIn is de laatste jaren transparanter geworden over zijn feed-algoritme. In 2025 kan het rangschikkingsproces van content begrepen worden in drie hoofd­fases:

  • Contentkwaliteitsfiltering: is het spam of hoogwaardige content?
  • Initiële engagementtest: krijgt het aandacht in het eerste uur?
  • Relevantie en netwerk-ranking: wie vindt dit interessant?

Laten we elke fase in detail bekijken.

1. Contentclassificatie: Spam vs. kwaliteit filteren

Voordat een nieuwe post de feeds van jouw connecties bereikt, classificeert LinkedIn snel de kwaliteit. De AI van het algoritme scant je post direct na publicatie en markeert deze als één van drie categorieën: spam, lage kwaliteit of duidelijk/hoogwaardige kwaliteit. Overduidelijke spam of schendingen van beleid worden onmiddellijk uitgefilterd en niet getoond aan gebruikers.

Posts die waarschijnlijk als spam worden gemarkeerd zijn bijvoorbeeld: met opvallend slechte grammatica, overmatig gebruik van hashtags of tags (vooral “engagement-bait”-tags zoals #follow/#like/#comment), te veel externe links of massaal taggen van mensen die niets met de inhoud te maken hebben.

LinkedIn beveelt bijvoorbeeld aan niet meer dan 3–5 hashtags per post te gebruiken. Je post volstoppen met hashtags kan deze spammy doen lijken. Ook het taggen van 30 irrelevante mensen is een rode vlag. Te frequent posten kan ook spamfilters activeren; LinkedIn raadt aan minstens ongeveer 12 uur tussen posts te laten.

Als een post geen duidelijke spam is, maar wel “twijfelachtig” of van lage kwaliteit lijkt, kan het algoritme deze tegenhouden voor verdere beoordeling. Lage kwaliteit kan zijn: te generiek, slecht geschreven of weinig waardevol voor lezers. LinkedIn gebruikt geautomatiseerde filters en soms menselijke reviewers om te beslissen of zulke borderline content aan kwaliteitsnormen voldoet.

Berichten die “engagement pods” of geautomatiseerde reacties gebruiken om het systeem te bespelen, zijn risicovoller geworden: het 2025-algoritme is slimmer in het detecteren daarvan en kan hun bereik beperken of zelfs straffen.

Het doel is dat gebruikers minder spammy of oppervlakkige berichten zien, zodat de feed professioneel blijft. Authentieke, leesbare content met waarde wordt als “duidelijk” (hoogwaardig) geclassificeerd en mag door. Kenmerken van kwaliteitscontent zijn: makkelijk leesbaar, gefocust op specifieke onderwerpen, een beperkt aantal relevante hashtags, en misschien een doordachte vraag die discussie aanmoedigt.

Als je post deze checks doorstaat (dus “duidelijk” is en voldoet aan LinkedIn’s richtlijnen), krijgt het een groen licht om het rankingproces in te gaan. Maar als het de spamfilter triggert en faalt bij beoordeling, wordt het mogelijk helemaal niet verspreid. Deze eerste filterstap is cruciaal: zelfs een goed inzicht kan wegvallen als het spammy oogt voor LinkedIn’s AI. Vermijd dus triggers zoals clickbait (“Comment JA als je het eens bent!”) of muren van hashtags, en houd een redelijk postritme aan.

2. De “Golden Hour”-test: eerste engagement telt

Wanneer een post de kwaliteitsfilter passeert, geeft LinkedIn het een testrun. Het verdeelt je post aanvankelijk naar een kleine steekproef van je netwerk en kijkt nauwlettend hoe mensen reageren, vooral in het eerste uur – vaak de “golden hour” genoemd.

In dit venster meet LinkedIn boven alles: engagement. Als je bericht snel reacties, comments of shares krijgt van dat kleine publiek, interpreteert het algoritme dit als waardevol en zal het je post aan meer mensen laten zien.

Stel: je deelt een artikel met commentaar en binnen 60 minuten liken een dozijn mensen het en reageren er een paar met inhoudelijke comments – dan vergroot LinkedIn waarschijnlijk het bereik naar meer eerstegraads connecties en zelfs tweedegraads connecties. Vroege momentum laat zien dat jouw post aanslaat.

Krijgt je post weinig interactie in dat eerste uur – of erger, mensen verbergen het of markeren het als spam – dan stopt het algoritme verdere verspreiding. Het is dus een make-or-break-test.

Bedenk dat niet alle engagement gelijk is. Een zinvolle reactie of een inhoudelijke reshare weegt zwaarder dan een simpele like. Een post die discussie uitlokt (bijvoorbeeld door een vraag die veel antwoorden oplevert) zal beter presteren dan een post met alleen snelle likes.

Het algoritme kijkt ook naar wie reageert: reacties van mensen in jouw industrie of netwerk wegen zwaarder dan die van willekeurige accounts. Dit is ook waarom “pods” vaak weinig effect hebben: als deelnemers niet relevant zijn, helpt hun generieke engagement nauwelijks.

Een ander belangrijk signaal is dwell time – hoelang lezers op jouw post blijven. Als mensen op “meer weergeven” klikken en daadwerkelijk tijd nemen om te lezen, wijst dat sterk op waarde. Daarom heeft LinkedIn dwell time de laatste jaren belangrijker gemaakt dan simpele likes.

Dankzij de update in 2025 kunnen goede posts wekenlang zichtbaar blijven en opnieuw in feeds opduiken. LinkedIn bevestigde dat zelfs oudere (2–3 weken) posts opnieuw getoond kunnen worden als ze nog steeds relevant zijn.

3. Personalisatie en Netwerkrelevantie: Wie Ziet Jouw Post?

Als je post de kwaliteitsfilter doorstaat en stevige engagement behaalt in zijn proefrondes, werkt het LinkedIn-algoritme vervolgens om deze te bezorgen aan de mensen die het meest relevant zullen vinden. Dit is waar LinkedIn’s focus op personalisatie en professionele netwerken om de hoek komt kijken. Het platform gebruikt meerdere relevantiesignalen om te bepalen wie jouw content vervolgens moet zien:

  • Connectiesterkte (“Wie Je Kent”): LinkedIn geeft prioriteit aan je eerstegraads connecties en mensen met wie je vaak interactie hebt. In de praktijk betekent dit dat je collega’s, vrienden en anderen met wie je op LinkedIn in contact bent, het meest waarschijnlijk jouw post als eerste zien. Als je vaak reageert op iemands updates of hen berichten stuurt, weet LinkedIn dat er een relatie is en zal het de voorkeur geven aan elkaars posts. Daarom is het opbouwen van een relevant netwerk belangrijk: een post van een vreemde zal minder snel verschijnen dan een van iemand die je kent. Zoals LinkedIn het zegt, het algoritme kijkt naar “hoe verbonden je bent” om zichtbaarheid in de feed te bepalen. Dus content van een collega of een medelid van een LinkedIn-groep waar je in zit, zal hoger scoren dan content van een willekeurige influencer met wie je geen connectie hebt. Elke connectie telt nu meer dan ooit, aangezien het algoritme van 2025 nog sterker inzet op eerstegraads netwerken en nichegemeenschappen.
  • Gebruikersinteresses & Onderwerp Relevantie (“Waarover Je Praat”): LinkedIn analyseert ook de inhoud van de post en koppelt deze aan onderwerpen en interesses waar elke gebruiker om geeft. Het houdt rekening met zaken als het onderwerp van de post, de gebruikte trefwoorden of hashtags, en zelfs de taal en toon van discussies in de reacties. Bijvoorbeeld, als je een post schrijft over “data-analysetrends” en een gebruiker volgt de hashtag #Analytics of reageert vaak op analytics-content, zal LinkedIn de relevantie herkennen en de post eerder tonen aan die gebruiker. Het algoritme stelt in feite de vraag: “Komt deze content overeen met de professionele interesses van deze persoon?” Als het antwoord ja is, wordt het naar hen geboost. Aan de andere kant zijn breed virale posts of off-topic content minder geliefd – LinkedIn’s AI geeft minder prioriteit aan te generieke posts die niet specifiek zijn voor een niche of de bekende interesses van een gebruiker. Het 2025-algoritme is sterk nichegericht: content die zich richt op zeer specifieke sectoren of functies presteert beter dan one-size-fits-all carrièreadvies. Dit is een bewuste verschuiving om feeds relevanter te maken. Ook belangrijk: LinkedIn herkent nu vakexperts en autoriteit op onderwerpen. Als je consequent post over een bepaald vakgebied (bijvoorbeeld cybersecurity) en daar engagement rond opbouwt, kan het algoritme je identificeren als een geloofwaardige stem in dat domein en je content breder verspreiden binnen die niche. Kortom, gefocust en consistent posten kan je “expertise” in de ogen van het algoritme vestigen, wat leidt tot groter bereik onder mensen die in dat onderwerp geïnteresseerd zijn.
  • Engagementkans & Ledgebruik (“Hoe Mensen Reageren”): Het algoritme personaliseert de feedranking op basis van het eerdere gedrag van elke gebruiker – welke soorten posts ze meestal leuk vinden en hoe ze ermee omgaan. Het berekent een “waarschijnlijkheid van engagement”: hoe waarschijnlijk is het dat deze gebruiker reageert of een commentaar plaatst op deze specifieke post? Als een gebruiker nooit video’s bekijkt maar gek is op slides, zal LinkedIn hem meer carrousels tonen en minder video’s. Als iemand altijd in discussies springt over recruitmenttips, zal een post over dat onderwerp (vooral van iemand in hun netwerk) prioriteit krijgen. Signalen van ledenactiviteit omvatten zaken als: welke auteurs je het meest volgt, welke hashtags of pagina’s je volgt, hoe vaak je reageert en zelfs hoe snel je dat meestal doet. Het algoritme monitort ook veranderingen in gedrag. Bijvoorbeeld, als je plotseling veel actiever gaat reageren, kan het algoritme je meer content laten zien om te testen wat blijft hangen. Voor contentmakers betekent dit dat hoe meer je de juiste mensen aanzet tot interactie (degene die het echt relevant vinden), hoe meer het algoritme jouw post zal tonen aan vergelijkbare mensen. Het draait om het vinden van een passend, betrokken publiek. Bovendien kijkt LinkedIn naar de kwaliteit van engagement die je post krijgt: een doordachte reactie van een collega of vakgenoot is goud waard. Berichten die beschaafde, constructieve discussies in de reacties genereren worden gezien als waardevoller (en krijgen dus een boost), terwijl oppervlakkige opmerkingen of onprofessionele reacties weinig helpen. LinkedIn beoordeelt zelfs de toon van de conversatie: hebben mensen een productieve discussie of gaat het om willekeurige spamreacties?, dit speelt mee in de bepaling van contentkwaliteit.

Al deze factoren worden in real time gecombineerd om te bepalen wie jouw post te zien krijgt, voorbij die eerste kring. Het netto-effect: LinkedIn levert je content aan gebruikers die het meest geneigd zijn het relevant te vinden en ermee te interacteren. Een post van een recruiter over wervingstrends kan overspringen van collega’s naar andere recruiters of HR-professionals in hun bredere netwerk, gezien de gedeelde interesses. Een post van een marketeer over SaaS-groeihacks kan reizen naar de feeds van marketeers in vergelijkbare sectoren of leden van marketinggroepen. Ondertussen zullen connecties die nooit reageren of totaal andere interesses hebben, mogelijk niet elke post van jou zien – en dat is expres zo ontworpen.

Tot slot: LinkedIn’s algoritme is niet een kwestie van instellen en vergeten; het monitort voortdurend de engagements­signalen tijdens de levensduur van een post. Als je bericht een tweede golf aan reacties krijgt een dag later (bijvoorbeeld doordat iemand invloedrijks het deelt), kan het algoritme dat oppikken en de content opnieuw verspreiden. Omgekeerd, als de interactie stilvalt, neemt de verspreiding af. Het is een voortdurende feedbacklus die ervoor zorgt dat iedere feed fris en interessant blijft.

4. Welke content geeft het algoritme de voorkeur in 2025?

Nu we weten hoe LinkedIn berichten rangschikt en verspreidt, is de grote vraag: welk soort content presteert het beste onder dit algoritme? In 2025 zijn er een paar duidelijke patronen naar voren gekomen uit LinkedIn’s eigen richtlijnen en industrieel onderzoek:

Conversatiële, Community-Georiënteerde Posts: Content die een gesprek op gang brengt is koning. LinkedIn geeft de voorkeur aan berichten die reacties en discussies genereren boven berichten die alleen likes krijgen. Een vraag stellen, een persoonlijke anekdote met een les delen, of meningen uitnodigen over een onderwerp zijn geweldige manieren om betekenisvolle reacties te stimuleren.

Bijvoorbeeld, een post zoals: “Ik probeerde een 4-daagse werkweek met mijn team: dit is wat er gebeurde. Wat zijn jouw gedachten over dit schema?” krijgt waarschijnlijk meer engagement dan een algemene uitspraak. Berichten die aanvoelen als een gesprekstarter (zelfs als het alleen tekst is) doen het goed bij het algoritme omdat ze mensen betrokken houden op het platform. LinkedIn’s best practices raden consequent aan om te schrijven in een herkenbare, menselijke toon, verhalen te delen of vragen te stellen, om anderen aan te moedigen mee te praten. Onthoud alleen dat het professioneel of werkgerelateerd moet blijven; een persoonlijk verhaal is prima zolang er een zakelijke of branche-inzichten in zitten, maar een willekeurige meme zonder context zal waarschijnlijk niet aanslaan op LinkedIn.

Relevante Expertise en Waarde: Berichten die iets leren of inzichten delen worden beloond. Het algoritme boost nu content van vakexperts die originele ideeën, data of advies bieden. Dus een gedetailleerde how-to thread, een analyse van branchetrends, of een case study van een project met geleerde lessen kan het erg goed doen – ze tonen expertise en bieden waarde aan anderen. In feite heeft LinkedIn de zichtbaarheid vergroot van berichten die uitvoerbaar advies of thought leadership in je vakgebied bieden. Publiek is meer geneigd zulke content op te slaan of te delen, wat de levensduur in de feed verlengt.

Een maker merkte op dat “documenten of carrousels” (meerdere-pagina PDF-posts) bijzonder effectief zijn voor bereik, waarschijnlijk omdat ze veel waarde bevatten en gebruikers blijven doorklikken (wat dwell time verhoogt). De sleutel is te begrijpen waar de interesses en pijnpunten van je publiek liggen. Als je echt nuttige tips of inzichten deelt die je peers kunnen toepassen, herkent het algoritme de sterke engagement die daarop volgt. Zoals een LinkedIn-expert zei: “Waarde is bijna altijd een herkenbare tip die je publiek direct kan toepassen.” Richt je op het oplossen van problemen of het delen van kennis, in plaats van enkel promotie, en je raakt precies de kern.

Visuele en Rijke Media Content: LinkedIn in 2025 is niet langer enkel een tekstplatform. Native afbeeldingen en video’s hebben een groot voordeel in het algoritme. Berichten met foto’s of infographics krijgen ongeveer twee keer zoveel reacties als tekst-only posts op LinkedIn. Visuals trekken de aandacht en vertellen vaak sneller een verhaal, wat leidt tot meer interacties (bijvoorbeeld, een grafiek kan vragen oproepen). Nog opvallender: LinkedIn promoot video-content sterk – video’s krijgen naar verluidt 5× meer engagement, en Live video’s gemiddeld 24× meer reacties dan gewone video’s. Het netwerk zag recent een stijging van 36% in videoconsumptie, dus het algoritme speelt in op de gebruikersvraag door videoposts te bevoordelen in de feed. Korte video’s (onder 60 seconden) waarin een tip of inzicht gedeeld wordt, kunnen het bijzonder goed doen.

LinkedIn probeert in wezen andere platforms bij te benen op het gebied van video, dus het geeft videoposts extra zichtbaarheid. Dat gezegd, documentposts (carrousel-PDF’s) zijn ook toppresteerders; sommige data suggereert dat ze zelfs video’s kunnen overtreffen in engagement omdat ze gebruikers stimuleren om door meerdere pagina’s te klikken, wat de leestijd verlengt.

De kern: varieer je contentformaten – gebruik afbeeldingen, slides en video’s waar mogelijk, in plaats van altijd alleen tekst – en houd deze visuals native aan LinkedIn. (Een YouTube-link delen is minder effectief dan de video direct uploaden, bijvoorbeeld.)

Native Content boven Externe Links: Een vaste regel in het algoritme van LinkedIn is dat het de voorkeur geeft aan gebruikers die op het platform blijven. Posts die mensen niet wegleiden, krijgen dus voorrang. In de praktijk zal een tekstpost zonder externe link of een native foto/video meestal meer mensen bereiken dan een linkpost die naar een externe site verwijst. Als je toch een artikel of blog wilt delen, zetten veel gebruikers de URL in de comments in plaats van in de post zelf, om te vermijden dat ze worden afgestraft als “outbound” link. LinkedIn heeft expliciet aangegeven native formats zoals posts, artikelen, polls en carrousels te pushen, en de zichtbaarheid van link-out posts te verlagen.

Zelfs bedrijfspagina’s zoals Microsoft gebruiken polls of vragen (met een link in de comments) als een manier om discussie te genereren en toch iets te promoten. De les: gebruik waar mogelijk LinkedIn’s eigen functies (polls, nieuwsbrieven, documentuploads) om content in-platform te delen. Als je toch een link moet plaatsen, zorg dan dat je post op zichzelf waardevol is en zet de URL als eerste commentaar.

Professioneel maar Persoonlijk van Toon: Het LinkedIn-publiek verwacht een professionele context, maar dat betekent niet dat berichten stijf of puur zakelijk moeten zijn. In feite worden authenticiteit en een vleugje persoonlijkheid beloond. Het algoritme kan “toon” niet direct meten, maar beloont indirect content die bij mensen resoneert – en overdreven formele of jargon-rijke posts krijgen meestal weinig engagement. Succesvolle posts lezen vaak alsof één collega tegen een ander praat. Een werkervaring delen, wat humor of optimisme gebruiken, of een teamfoto met verhaal plaatsen kan je content menselijker maken en toch on-brand houden.

Zorg er gewoon voor dat er een werkgerelateerde invalshoek of inzicht in zit. Bijvoorbeeld, een marketingmanager kan een grappige meme posten over een dag op kantoor met een caption die reflecteert op teamcultuur of projectlessen – die combinatie kan precies goed zijn. Zelfs grote bedrijven doen dit: Salesforce gebruikt een luchtige meme-stijl om een zakelijke boodschap over te brengen (hun product promoten op een tongue-in-cheek manier).

Hashtags en Trefwoorden voor Vindbaarheid: Het algoritme van LinkedIn scant hashtags en keywords om content te categoriseren. Het gebruik van een paar relevante hashtags kan je post zichtbaar maken voor leden die die hashtags volgen of zoeken. Bijvoorbeeld, als je #SalesLeadership toevoegt, kan je post verschijnen bij iedereen die die hashtag volgt, zelfs zonder connectie. De sleutel is om specifieke, niche-hashtags te kiezen die relevant zijn voor je publiek – generieke (#success, #life, enz.) helpen weinig. En overdrijf niet: zoals eerder gezegd, houd het bij ongeveer 3 hashtags (max 5), anders kan je post als spam worden gezien.

Een slimme tactiek die sommige merken gebruiken zijn branded hashtags: een unieke hashtag voor je bedrijf of campagne. Als die aanslaat, behandelt LinkedIn het bijna als een community: posts met die hashtag worden getoond aan volgers ervan. Bijvoorbeeld, Nike gebruikt #SwooshLife als branded hashtag voor workplace-cultuur posts. Als genoeg mensen #SwooshLife volgen, dan verschijnen posts van medewerkers of het bedrijf die die hashtag gebruiken breder in de feeds van die volgers.

Tijdigheid en Consistentie: Hoewel LinkedIn nu minder puur op recency let, blijft timing belangrijk voor die eerste engagement-boost. Posts die verschijnen wanneer je doelgroep online en actief is, hebben meer kans om snel reacties en comments te krijgen, waardoor het algoritme ze verder promoot. Studies en LinkedIn-data suggereren dat bepaalde dagen/tijden hogere engagement opleveren (vaak midweek-ochtenden voor veel B2B-doelgroepen).

Bijvoorbeeld, posten rond dinsdag 9–10 uur of donderdag na werktijd kan direct meer tractie opleveren. Daarnaast helpt consistentie in posten (bv. één of twee keer per week) om je zichtbaar te houden voor het algoritme. LinkedIn zelf zegt dat pagina’s die wekelijks posten 2× zoveel engagement zien. Het algoritme geeft de voorkeur aan makers die regelmatig actief zijn (maar niet té vaak). Dus: ontwikkel een houdbaar ritme, bijvoorbeeld één sterke post per week, in plaats van vijf posts op één dag en daarna een maand niets. Na verloop van tijd train je je publiek om content te verwachten en geef je het algoritme een signaal dat je een actieve bijdrager bent. Zoals één strateeg zei: “Combineer timing met een vast postschema… en je begint momentum op te bouwen.”

Door je contentstrategie af te stemmen op deze voorkeuren, vergroot je de kans dat het LinkedIn-algoritme vóór je werkt in plaats van tegen je. In essentie wil LinkedIn in 2025 berichten die professionals informeren of gesprekken op gang brengen, en het beloont extra de content die gebruikers op het platform houdt (native media, boeiende discussies). Als je die elementen kunt leveren, terwijl je de valkuilen van spammy tactieken vermijdt, zullen je posts een veel groter en relevanter publiek bereiken.

LinkedIn Post Checklist: Best Practices voor Marketeers & Recruiters

Wanneer je een LinkedIn-post maakt met het algoritme in gedachten, gebruik dan deze eenvoudige checklist om alle punten af te vinken. Deze tips vatten de huidige best practices samen en helpen je content op te laten vallen:

  • Begin met een sterke hook: Zorg dat je eerste 1–2 zinnen tellen. Trek aandacht met een gedurfde uitspraak of intrigerende vraag zodat lezers op “Meer weergeven” klikken. Een overtuigende hook verbetert de leestijd en geeft een signaal van interesse.
  • Bied waarde (wees de expert): Deel een inzicht, tip of verhaal waar je professionele netwerk van kan leren. Focus op onderwerpen waarin je expertise hebt en die aansluiten bij de interesses van je publiek. Waardevolle, informatieve posts bouwen geloofwaardigheid en engagement op.
  • Houd het professioneel en authentiek: Behoud een professionele toon maar toon persoonlijkheid. Schrijf in een conversatiestijl (zoals je met een collega zou praten) en vermijd overdreven jargon. Authentieke verhalen en ervaringen die aansluiten bij je vakgebied lokken vaak reacties uit.
  • Gebruik 3–5 relevante hashtags: Voeg een paar hashtags toe die bij je onderwerp passen voor vindbaarheid (bijv. #DataAnalytics, #HRTech). Dit helpt LinkedIn je post te categoriseren en te tonen aan mensen die die onderwerpen volgen. Overdrijf niet – meer dan vijf hashtags kan je bereik schaden.
  • Tag mensen of bedrijven verstandig: Noem (@ tag) een paar relevante personen of bedrijfspagina’s als ze echt verband houden met de inhoud (bijvoorbeeld, de auteur van een artikel waar je naar verwijst, of je co-presentator bij een evenement). Getagde personen krijgen mogelijk een melding en reageren, wat je bereik vergroot. Vermijd echter het massaal taggen van willekeurige gebruikers – dat oogt als spam.
  • Voeg een opvallende visual toe: Voeg waar mogelijk een foto, grafiek of korte video toe. Visuele posts krijgen meer engagement op LinkedIn (afbeeldingen kunnen het aantal reacties verdubbelen, en video’s krijgen 5× zoveel engagement als tekstposts). Zorg dat de visual relevant en van hoge kwaliteit is.
  • Post op actieve tijden: Deel je post wanneer je doelgroep waarschijnlijk online is. Voor veel B2B-doelgroepen werkt doordeweekse late ochtenden goed (bijv. dinsdag 9–10 uur). Gebruik je eigen analytics of tools om je optimale tijden te bepalen – vroege interactie is cruciaal, dus timing maakt echt verschil.
  • Moedig engagement aan met een vraag of CTA: Eindig je post met een oproep die lezers uitnodigt om te reageren. Bijvoorbeeld: “Wat vind jij van deze trend?” of “Heeft iemand anders dit meegemaakt?” Een duidelijke call-to-action voor meningen of advies kan leiden tot meer betekenisvolle reacties (waar het algoritme dol op is).
  • Reageer en interacteer snel: Wees na het posten klaar om te reageren op comments en het gesprek gaande te houden (vooral in de eerste uren). Het algoritme merkt wanneer je actief deelneemt aan de discussie onder je eigen post. Door terug te reageren, verhoog je niet alleen het engagement maar laat je ook zien dat je een actieve, betrokken gebruiker bent.
  • Gebruik collega’s en medewerkers: Moedig je team of collega’s aan om te reageren of je post te delen, waar passend. Content die door medewerkers wordt gedeeld ontvangt vaak 8× meer engagement dan dezelfde content van een bedrijfspagina. Employee advocacy kan je bereik uitbreiden naar nieuwe maar relevante netwerken. (Tip: forceer dit niet, maar een oprechte share van een collega die lof of extra context toevoegt, kan erg krachtig zijn.)
  • Vermijd spammy tactieken: Blijf weg van clickbait-zinnen (“Like dit als je het eens bent!”) of gimmicky polls die geen waarde bieden. Stop ook geen irrelevante hashtags of links in je post. LinkedIn’s algoritme verlaagt snel posts die nep-engagement lijken uit te lokken of onprofessioneel ogen. Houd het echt.
  • Behoud een consistent ritme: Ontwikkel een regelmatig postschema dat je kunt volhouden – bijvoorbeeld één sterke post per week of een paar per maand. Consistentie houdt je zichtbaar in de feed. Plaats daarentegen niet te veel posts in korte tijd (LinkedIn raadt aan om niet vaker dan elke 12 uur te posten) om te vermijden dat je als spammer wordt gezien. Kwaliteit gaat boven kwantiteit.

Door deze checklist te volgen, creëer je LinkedIn-posts die niet alleen resoneren bij je publiek, maar ook meegaan in de rangschikkingssignalen van het algoritme. Het resultaat: betere zichtbaarheid, meer engagement en uiteindelijk meer impact van je aanwezigheid op LinkedIn.

Conclusie

Het LinkedIn-algoritme in 2025 is geen mysterieuze tegenstander; het beloont in feite dezelfde dingen die ook goed netwerken en communicatie stimuleren: relevantie, authenticiteit en waarde. LinkedIn wil gebruikers content tonen die hen helpt leren, groeien of professioneel verbinden. Als marketeers en recruiters geldt: wanneer je je richt op het leveren van dat soort content, werkt het algoritme steeds meer in jouw voordeel.

Recente updates in het algoritme (zoals het voorrang geven aan vakexperts, het hard optreden tegen engagement bait en het boosten van posts met hoge leestijd) wijzen allemaal in dezelfde richting: maak kwaliteitscontent voor een specifiek publiek en stimuleer echte interactie. Er zijn misschien geen virale “hacks” voor LinkedIn zoals bij TikTok, maar door de principes hierboven te begrijpen, kun je systematisch je bereik en invloed op het platform vergroten.

Onthoud dat LinkedIn zijn algoritme voortdurend aanpast (vaak met kleine, niet-aangekondigde veranderingen), dus op de hoogte blijven is belangrijk. Houd de officiële LinkedIn engineering blog en betrouwbare socialmedia-bronnen in de gaten voor nieuwe inzichten. Maar ongeacht hoe het algoritme evolueert, als je prioriteit geeft aan het opbouwen van relaties en het delen van betekenisvolle, nuttige content, ben je altijd in lijn met de kernmissie van LinkedIn.

Kortom: wees consistent, wees geloofwaardig en wees conversatief. Doe dit, en jouw posts zullen veel vaker terechtkomen in de feeds van de mensen die ertoe doen: of dat nu potentiële klanten, kandidaten of samenwerkingspartners zijn. Pas je aan het algoritme aan, en je zult niet verdwijnen in de massa op LinkedIn. Je zult opvallen als een stem die gehoord moet worden in je netwerk. Succes, en veel plezier met posten!


Wil je ervaren hoe SourceGeek jouw recruitmentstrategie kan transformeren? Neem deel aan onze pilotfase en ontdek de voordelen van geavanceerde LinkedIn Automation en AI. Stuur ons een bericht en meld je aan voor een demo!